A-Z

A B C E F H I K L M N O P R S T V W X
  • Staatsbons

    Obligaties uitgegeven door de Belgische staat op lange termijn en bestemd voor particuliere beleggers. Het zijn vastrentende effecten met een jaarlijkse coupon en een looptijd die gaat van 3 jaar tot maximum 10 jaar. Men kan er op intekenen via plaatsende instellingen, erkend door de minister van Financiën. In principe worden zij 4 keer per jaar uitgegeven: in maart, juni, september en december.

  • Schatkistcertificaten

    Effecten op korte termijn in euro, door de Schatkist uitgegeven door middel van aanbestedingen. Hun looptijd kan 3, 6 of 12 maanden bedragen. De plaatsing ervan gebeurt door de primary en recognized dealers. Schatkistcertificaten zijn voornamelijk bedoeld voor professionele investeerders naar particulieren kunnen ze ook aankopen op de secundaire markt.

  • Schuld op korte termijn

    Schuld uitgegeven met een looptijd van maximum één jaar. Voor de betaling van de rente op de schuld op korte termijn worden kredieten op de algemene uitgavenbegroting (sectie staatsschuld) uitgetrokken. De opbrengst en de terugbetaling ervan  worden beschouwd als thesaurieverrichtingen.

  • Schuld op lange termijn

    Schuld uitgegeven met een looptijd langer dan één jaar. De opbrengst van deze schuld wordt gestort op de rijksmiddelenbegroting. De terugbetaling ervan gebeurt via de algemene uitgavenbegroting (sectie staatsschuld).

  • Schuld van de lokale overheden

    Schuld van de gemeenschappen en gewesten, provincies, gemeenten, intercommunales en diverse instellingen zoals OCMW’s, kerkfabrieken enz.

  • Schuld gewaarborgd door de Staat

    Geheel van de leningen hoofdzakelijk uitgegeven door openbare instellingen met het oog op het dekken van de eigen financieringsbehoeften en waaraan de federale staatswaarborg is gehecht. De staat draagt enkel de financiële lasten indien de uitgevende instelling in gebreke blijft. In principe dienen de instellingen die de staatswaarborg ontvangen een premie te betalen.

  • Staatswaarborg

    Geheel van de waarborgen toegekend door de federale staat aan bepaalde financiële instellingen in het kader van de financiële crisis van 2008. In ruil daarvoor ontvangt de staat van die instellingen een premie.

  • Staatsschuld

    De staatsschuld in de zin van het Verdrag van Maastricht, is de nominale waarde van alle aan het einde van een periode (jaar, trimester) uitstaande bruto verplichtingen van de sector "overheid", met uitzondering van de verplichtingen waarvan de corresponderende financiële activa door de sector "overheid" worden aangehouden.

  • Secundaire markt

    Markt waar financiële instrumenten verhandeld worden. Voor de effecten van de federale staatsschuld bestaan er twee gereglementeerde markten :

    1. Euronext Brussel waar onder meer de lineaire obligaties (OLO’s) en de Staatsbons genoteerd worden.

    2. De secundaire buiten-beursmarkt van de lineaire obligaties, de gesplitste effecten en de schatkistcertificaten. Deze effecten kunnen ook verhandeld worden buiten iedere vorm van gereglementeerde markt, op voorwaarde dat de investeerder hiermee  uitdrukkelijk akkoord is.

  • Schuldschein

    Leningsovereenkomst naar Duits recht waarbij de ontlener de lener belooft een bepaalde som op een bepaalde datum terug te betalen tegen een bepaalde vergoeding. Schuldscheine zijn bijzonder interessant voor Duitse investeerders omdat er in dat land een boekhoudkundige regeling bestaat die de belegger toelaat zijn schuldvordering te boeken zonder regelmatige herwaardering van de waarde ervan en dus zonder de volatiliteit die daarmee gepaard gaat. De overdraagbaarheid van deze leningen is beperkt en het product is dus vooral interessant voor « buy-and-hold » investeerders die een belegging op lange termijn wensen te doen zoals verzekeraars en pensioenfondsen. Als tegenprestatie voor dit voordeel en voor de flexibiliteit die de investeerders hebben qua bedrag en looptijd, zijn zij tevreden met een iets lagere vergoeding, wat dan weer interessant is voor de Schatkist.  

  • Securities Settlement System

    Systeem voor de vereffening van effecten beheerd door de Nationale Bank van België, vroeger “Clearing” genaamd.  Met dit systeem kunnen in alle veiligheid op de primaire en secundaire markt  transacties uitgevoerd worden met effecten die voornamelijk uitgegeven zijn door de Belgische staat.  Het systeem zorgt ook voor de fiscaliteit die van toepassing is op deze effecten (zie “X/N”).

  • Swap

    Renteswap:

    Is een ruil tussen twee partijen van interestbetalingen. Bij een typische renteswap zal één partij een vaste rente ontvangen van de andere partij en een vlottende rente betalen aan de andere partij. Een renteswap wordt in de eerste plaats gebruikt om het renterisico te beheren.

    Deviezenswap:

    Is een ruil tussen twee partijen van interestverplichtingen in twee verschillende valuta. Bij een typische deviezenswap wisselen de twee partijen bij aanvang en bij afloop van de swap kapitaal in verschillende valuta met elkaar. Een deviezenswap wordt in de eerste plaats gebruikt om het valutarisico te beheren.

    FX-swap:

    Is een gelijktijdige aankoop en verkoop op termijn van twee verschillende valuta. De looptijd is kort en het instrument dient in de eerste plaats om het valutarisico te beheren.

  • Splitsing

    Zie « BE-strips »

  • SSS

    Zie «  Securities Settlement System »

  • SC

    Zie “Schatkistcertificaten"

  • Syndicatie

    Wanneer het Federaal Agentschap van de Schuld beslist tot de lancering van een nieuwe OLO met een nieuwe coupon en eindvervaldag wordt voor de eerste tranche gekozen voor een “Syndicatie” als uitgiftevorm en niet voor de aanbestedingen.
    Sinds 1999 maakt het Federaal Agentschap van de Schuld stelselmatig gebruik van deze techniek die het grote voordeel heeft dat er enorme bedragen (tot 5 miljard EUR) in een keer kunnen uitgegeven worden zodat deze OLO onmiddellijk over een grote liquiditeit beschikt.
    Een ander pluspunt is het gebruik van een orderboek waardoor het Federaal Agentschap van de Schuld een zicht heeft op de investeerder wat niet het geval is bij aanbestedingen waaraan enkel primary en recognized dealers mogen aan deelnemen. Bij de toewijzing van de orders zal het Agentschap streven naar een verregaande diversificatie inzake het type van investeerder en zijn locatie in de wereld.
    In een syndicatie worden binnen de groep van de primary dealers enkele dealers aangeduid als “Joint Lead Manager”, de overige primary dealers worden uitgenodigd om als “Co-lead Managers” op te treden. De recognized dealers maken deel uit van de “Selling group”.
    De Joint Lead Managers hebben naast verschillende taken als voornaamste opdracht om het leeuwendeel van het uit te geven bedrag te verkopen aan hun cliënteel. Het resterende deel wordt door de “Co-lead Managers” en de “Selling group” verhandeld.