U vindt hier een korte samenvatting van het belastingregime dat van toepassing als u investeert in OLO's en Schatkistcertificaten. U neemt echter het best contact op met uw financiële tussenpersoon of de fiscale administratie (zie contactcenter onderaan) om het regime te kennen dat specifiek op u van toepassing is. Zo is het bijvoorbeeld mogelijk dat uw financiële tussenpersoon verplicht is om bepaalde kennisgevingen te doen zoals in het kader van de "Foreign Account Taks Compliance Act" (FATCA).
Bijkomende informatie kunt u verkrijgen bij het contactcenter van de FOD Financiën.
(tel. 02/57 257 57, gewoon tarief, elke werkdag van 8 uur tot 17 uur).
Het X/N- stelsel van de Nationale Bank van België is van toepassing op de OLO’s en de schatkistcertificaten.
Dit betekent het volgende:
- Voor niet-vrijgestelde investeerders is er een bronheffing (aanslagvoet op dit ogenblik 30%) op de inkomsten van de OLO’s en de schatkistcertificaten.
Niet-vrijgestelde investeerders zijn vooral de in België verblijvende investeerders zoals particulieren of sommige organisaties zonder winstoogmerk. - Voor bepaalde vrijgestelde investeerders is er geen bronheffing voor zover de OLO’s en de schatkistcertificaten worden aangehouden op een vrijgestelde effectenrekening geopend bij het X/N - stelsel van de Nationale Bank van België of bij een deelnemer aan dit systeem.
De vrijgestelde investeerders zijn de entiteiten die vermeld worden in artikel 4 van het Koninklijk besluit van 26 mei 1994.
Het betreft o.a.:
- de investeerders die niet beschouwd worden als verblijfhouders in het koninkrijk m.b.t. de Belgische belasting.
- Instellingen voor collectieve belegging naar buitenlands recht die bestaan uit een onverdeeld vermogen, beheerd door een beheersvennootschap voor rekening van de deelnemers, zijn slechts vrijgesteld wanneer hun rechten van deelneming niet openbaar in België worden uitgegeven en niet in België worden verhandeld.
- Natuurlijke personen en verenigingen zonder winstoogmerk zijn slechts vrijgesteld indien zij geen OLO's en schatkistcertificaten aanhouden door tussenkomst van een Belgische instelling (in de zin van artikel 229 van het Belgisch wetboek van de inkomstenbelastingen 1992, het "WIB 92") en geen activiteit in België uitoefenen (in de zin van artikel 228, paragraaf 2, lid 4 van hetzelfde wetboek);
- alle binnenlandse vennootschappen in de zin van artikel 2 WIB 92.
Wanneer hij een vrijgestelde rekening opent bij het X/N stelsel van de Nationale Bank van België (NBB) of bij een deelnemer aan dit systeem, dient een vrijgestelde investeerder een identificatieattest van zijn status als vrijgestelde investeerder af te leveren via een formulier, waarvan de inhoud bepaald wordt door de Minister van Financiën.
Er zijn geen doorlopende verklaringen vereist van de vrijgestelde investeerders. De deelnemers zelf daarentegen moeten jaarlijks een verklaring afleggen aan het X/N stelsel van de NBB over de vrijgestelde status van elke investeerder voor wiens rekening zij OLO's en schatkistcertificaten aanhouden op een vrijgestelde rekening.
De gesplitste OLO's ("strips") kunnen, met uitzondering van enkele mantels, enkel aangehouden worden door vrijgestelde investeerders op een vrijgestelde rekening.
De investeerders die geen verblijfhouders zijn van het koninkrijk m.b.t. de Belgische belasting en die geen OLO's en schatkistcertificaten aanhouden door tussenkomst van een Belgische instelling noch beroepsactiviteiten uitoefenen in België, zijn niet onderworpen aan enige Belgische belasting op inkomsten en meerwaarden of enige andere belasting, enkel en alleen omwille van de verwerving, het bezit van of de overdracht van OLO's en schatkistcertificaten. Dit op voorwaarde dat ze de OLO's en schatkistcertificaten aanhouden op een vrijgestelde rekening.
Het verwerven of het overdragen van OLO's en schatkistcertificaten is niet onderworpen aan enig Belgisch zegelrecht, B.T.W. noch aan enige andere belasting op de overdracht ervan.
De wet van 17 februari 2021 houdende de invoering van een jaarlijkse taks op effectenrekeningen werd gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad op 25 februari 2021. De wet voert een onrechtstreekse taks op effectenrekeningen in (de "taks op effectenrekeningen") die van toepassing is op effectenrekeningen aangehouden door ingezeten natuurlijke personen, vennootschappen en rechtspersonen, ongeacht of deze rekeningen worden aangehouden bij een in België of in het buitenland opgerichte of gevestigde financiële tussenpersoon. De taks is ook van toepassing op effectenrekeningen die worden aangehouden door niet-ingezeten natuurlijke personen, vennootschappen en rechtspersonen bij een in België opgerichte of gevestigde financiële tussenpersoon.
Belgische ingezeten en niet-ingezeten natuurlijke personen, vennootschappen en rechtspersonen worden belast tegen een tarief van 0,15% op de gemiddelde waarde van de belastbare financiële instrumenten die worden aangehouden op één of meer effectenrekeningen gedurende een referentieperiode van twaalf opeenvolgende maanden die (in principe) aanvangt op 1 oktober en eindigt op 30 september van het volgende jaar. Er is geen taks op effectenrekeningen verschuldigd op voorwaarde dat de gemiddelde waarde van de belastbare financiële instrumenten op die rekeningen tijdens de specifieke referentieperiode minder dan 1.000.000 euro bedraagt. Indien de gemiddelde waarde van de belastbare financiële instrumenten op die rekeningen echter meer dan 1.000.000 euro bedraagt, is de taks op effectenrekeningen verschuldigd over de gehele gemiddelde waarde van de belastbare financiële instrumenten op die rekeningen gedurende de specifieke referentieperiode (en dus niet alleen op het gedeelte dat de drempel van 1.000.000 euro overschrijdt). Het bedrag van de taks wordt echter beperkt tot 10 % van het verschil tussen de belastbare grondslag en het drempelbedrag van 1.000.000 euro. Deze beperking heeft niet langer uitwerking wanneer de belastbare grondslag het bedrag van 1.015.228,42 euro bereikt.