De overheidsschuld in de zin van het Verdrag van Maastricht, is de nominale waarde van alle aan het einde van een periode ( jaar, trimester) uitstaande brutoverplichtingen van de sector "overheid", met uitzondering van de verplichtingen waarvan de corresponderende financiële activa door de sector "overheid" worden aangehouden.
Deze verplichtingen hebben betrekking op de volgende rubrieken: chartaal geld en deposito's, effecten met uitzondering van aandelen (exclusief financiële derivaten) overeenkomstig de definities van het ESR 2010.
De sector "overheid" wordt uit een economisch oogpunt gedefinieerd met verwijzing naar het Europees stelsel van economische rekeningen (ESR 2010). Deze sector omvat alle institutionele eenheden die tot de niet-marktproducenten behoren. De sector "overheid" is onderverdeeld in de volgende subsectoren :
- De subsector "centrale overheid" omvat alle bestuursinstellingen van de Staat en andere centrale instellingen waarvan de bevoegdheid zich uitstrekt over het hele grondgebied, met uitzondering van de wettelijke sociale verzekeringsinstellingen.
- De subsector "deelstaat" omvat de bestuursinstellingen die onder de bevoegdheid vallen van de Gemeenschappen en de Gewesten met uitzondering van de sociale verzekeringsinstellingen op deelstaatniveau.
- De subsector "lagere overheid" omvat de instellingen van openbaar bestuur waarvan de bevoegdheid zich slechts tot een lokaal gedeelte van het grondgebied uitstrekt met uitzondering van de plaatselijke sociale verzekeringsinstellingen. Tot de lagere overheid behoren o.a. de provincies en de gemeenten.
- De subsector "sociale verzekeringsinstellingen" omvat alle institutionele eenheden op centraal, deelstaat- en lokaal niveau waarvan de hoofdactiviteit bestaat uit het verstrekken van sociale uitkeringen en waarvan de voornaamste inkomsten bestaan uit verplichte sociale bijdragen.